Interview met Tony Westermann

Tony is in 1961 in Groningen aan het Damsterdiep geboren. In zijn herinnering was daar toen nog water, waar grote kranen stonden om schepen de laden en lossen. Prachtig vond hij die. We herinneren ons ook beide de imposante draglines van die jaren.

De kranen moeten echter die van de Oosterhaven zijn geweest, want het Damsterdiep is begin jaren 50 al gedempt.

Tony is opgegroeid in een reeks van plaatsen. Maar sinds hij Engels ging studeren woont hij weer in Groningen. Hij is ook afgestudeerd jurist, wat hij één van de grootste vergissingen van zijn leven noemt.

Hij is nu vertaler en doet tegenwoordig dat werk ook als corrector van vooral medische documenten.

hoe schaken een deel van het leven werd

Er was thuis in Breda wel een schaakbord en hij herinnert zich wel ooit eens met zijn vader te hebben gespeeld, maar het bordspel in Breda was het monopolyspel. U weet wel dat spel dat was bedoeld om het amorele karakter van het kapitalisme duidelijk te maken, maar wat lijkt omgekeerd te hebben uitgepakt.

De echte introductie met schaken kwam nadat hij ging kijken op het Europees jeugdkampioenschap in de Martinihal in 1981. Zo werd hij in zijn studietijd lid van SC Groningen.

In de tijd dat hij huisman was, is Tony via zijn kinderen, Natalia en Robin (tweeling) intensiever bij het schaken betrokken geraakt. Zijn kinderen speelden toen bij het jeugdteam van Lewenborg. Natalia schopte het zelfs tot een invalbeurt in de externe competitie voor Groningen 1 (Remise in een zeer degelijke pot tegen de Belgische IM Deleyn; zij is nét onder de elo 2000 blijven hangen).

Hoewel hij toen ook al in de Oranjewijk woonde koos hij voor Lewenborg vanwege ons goede jeugdprogramma, van Jan en Marijke, waarbij toenmalig voorzitter Johan ook een stimulerende rol speelde aldus Tony.

Hij verwondert zich er nog over dat Natalia, zonder van nature een specifieke heftige passie voor het schaken te bezitten, vrij moeiteloos steeds sterker ging spelen. Ik leid daaruit af dat het schaken en ook goed schaken heel leerbaar en trainbaar is. Dat leidt weer tot de bewering dat de aannames van Polgar senior zo gek nog niet zijn.

Natalia is niet doorgegaan met schaken en Robin had in zijn pubertijd al afgehaakt, hoewel die ook zeker niet onverdienstelijk speelde.

Uit die tijd van het begeleiden van zijn kinderen, dateert het begin van een bibliotheek aan deels nog ongelezen schaakboeken. “Er moest immers nagespeeld en geanalyseerd worden. En als de kinderen niet meer schaken, Ja dan moet je wat met die boeken.”

Op verzoek van Johan, deed Tony toen mee met het begeleiden van de Lewenborgse schaakjeugd.

 We praten over openingsboeken. “De beste openingsboeken zijn gewoon voorbeeldpartijen” vinden we beide.

waarom Lewenborg?

Je schaakt bij de Groninger Combinatie ook extern, wat motiveerde je om ook bij ons te komen spelen? “Jullie hebben een echte interne competitie en de resultaten tellen ook mee voor de rating, zo hoorde ik van Boudewijn. En het feit dat je vooraf al wordt geïnformeerd over wie er tegen elkaar spelen is erg prettig. Gewoon een goed georganiseerde competitie.”

Stilte

Tony stelt het erg op prijs dat het rustig is tijdens het schaken, al wordt er nog wel wat te vaak na gepraat in de schaakzaal, in plaats van bij het biljart.” Met andere woorden een verzoek om stilte!

schaakkunst

Het is niet bij iedereen van de club bekend, maar jij bent degene aan wie we de prenten aan de wand, (die weer terug komen) te danken hebben. Kun je daar wat over zeggen? Heeft schaken iets met kunst vandoen?

Op deze vraag en of hij nog een mooie schaakanekdote heeft volgt een heel uitgebreide mail.

We spreken af dat hij nog een artikel op de site plaatst.

 Sjak Rijploeg