Partij Westermann - Rijploeg, Interne SV Lewenborg dd. 02-04-2014

Op zet 28 ging Sjak doodleuk door zijn vlag.
De slotstelling
Ik weet nog dat ik dacht toen zijn tijd wegliep 'moet ik niet waarschuwen?', want hij had dat oortje op dat moment niet in... Aan de andere kant, het correct overbrengen van de zetten vergt best wat aandacht en ik heb niet echt overzicht over wanneer ik wat moet doen in een schaakpartij tegen een blindspeler, qua goede gebruiken. Alleen al over het benoemen van de velden kunnen boekwerken geschreven worden.... Doen we 'Anna' of 'Albert', 'Cornelis' of  'Charlie', 'Erik' of 'Elize'? Zelf ben ik wel voor het NAVO-spelalfabet, maar dan vind ik toch weer 'Ferdinand' minder op de lachspieren werken dan 'Foxtrot'. Iets anders: is het goed gebruik om de zet van de blindspeler te herhalen, zodat je aangeeft dat het goed overgekomen is? Tegen Sjak zeg ik steeds 'ja' of 'okay' ter bevestiging van ontvangst. Ik vergelijk steeds de stand op het gewone bord met die op het speciaal-bordje, maar tot mijn eigen verbazing vergat ik ook op een tweetal momenten mijn klok in te duwen. Als ik andere schakers, in een 'normale' partij, dat zie doen vind ik dat altijd erg infantiel, nog erger dan wanneer tegenstanders je, als je terugkeert naar je bord van toiletbezoek of een rondwandelingetje, gaan aanwijzen wat hun laatste zet was.
Kortom: Ik vind het absoluut niet leuk om zo te winnen. Ook is het zo dat ik het überhaubt oneerlijk vind om tegen Sjak te spelen. Oneerlijk voor hem dan. Immers, hij ziet niks en ik wel. Dat blijft ongemakkelijk en beïnvloedt het spel. Dat blijkt wel, want in deze partij komt er bijna geen goede zet uit mijn vingers. Dat een en ander voor de rating meetelt heeft hier ook zijn keerzijde, want ik wou graag winnen vanwege juist die rating, die gevoelige klappen heeft gekregen in het decembertoernooi (Het Schaakfestival, alhier in Groningen gehouden). Daardoor heb ik de neiging zeer verkrampt te spelen.
Sjak speelde in deze pot het beste schaak, zonder meer, dat moet gezegd, met bijvoorbeeld een fraaie zet als 25. ..., La2! , die ik had gezien overigens. Wel is een zet als 5. ..., h6 ernstig af te raden en ik vond dat ik hierna verplicht was de partij vrij vlot te winnen... 
Ondanks dat ik de ene kromme zet na de andere op het bord toverde en weigerde kansen te benutten (kan bijv. 20. g x Pf6, ... niet gewoon, en waarom met de loper teruggenomen op zet 21?) werd het een spannende partij. In de slotstelling (vlag, helaas) dachten we aan dingen als 28. ..., Tb8  29. Dd4 en nu na 29. ..., f6 is goede raad duur voor wit. Ook moet 25. D x a3 onderzocht worden. Gezien het paard dat op e5 verscheen had wit een eerder f4 moeten overwegen of, later, h3 in combinatie met f4. 10. f3, .. lijkt mij i.i.g. precies verkeerd. Ook heeft het offer van de loper op h6 er op verschillende momenten in gezeten, voor interessante aanvalskansen, maar als gezegd, ik speelde te schijterig.