Groninger Combinatie 4 – Lewenborg 2: 5-1

Op donderdag 13 maart stond de laatste wedstrijd uit tegen GC 4 op de planning. Voor ons stond er niks meer op het spel maar voor GC4 wel. Bij een 5-1 overwinning kon GC 4 bovenaan in de poule eindigen. En dat gebeurde. Lewenborg speelde met 3 invallers. René en Valentin hadden andere verplichtingen en Douwe meldde zich op de speeldag ziek. Gelukkig wilden Flip, John en Arthur invallen. Wat mij opviel was dat het opvallend stil was in de volle speelzaal van het Jannes van de Wal denksportcentrum. Heerlijk om in te spelen.

Dan nu het westrijdverslag:

Koen kwam in gelijke stand uit de opening maar daarna ging het in het middenspel mis. Na een uitgebreide slagenwisseling stond Koen ineens een stuk achter. Hij probeerde nog een koningsaanval door met de toren in te slaan op f7 maar dat had niet het gewenste resultaat. De stukken konden in de doos en we stonden met 1-0 achter. Koen zei dat hij kansloos had verloren en deze partij snel wou vergeten. Zijn tegenstander Roel Broekman deed alleen maar goede zetten.

Arthur, spelend aan bord 4, had na de opening een ontwikkelingsachterstand en kreeg 2 verbonden vrijpionnen op e5 en d6 tegenover zich. Deze vrijpionnen werden ondersteund door een mooie toren op de zevende rij. Arthur kwam vervolgens in zetdwang en moest even later opgeven. Het was 2-0.

Flip speelde een heel ingewikkelde partij. Hij kreeg in het eindspel een pion op h7 welke werd ondersteund door zijn toren en een loper. Daarmee hield hij de zwarte koning van Don van Ravenzwaaij mooi op h8 in bedwang. Maar…Flip maakte een paar keer de verkeerde keuze en ineens zag hij allemaal beren op de weg. Hij dacht dat hij mat ging en gaf daarom op. Dit tot verbazing van zijn tegenstander. Flip zag niet dat de “matzet” met de zwarte loper niet correct was omdat hij die loper er gewoon met zijn toren af kon slaan. Deze schaakblindheid bracht GC4 op een 3-0 voorsprong.

Zelf speelde ik op het eerste bord met de witte stukken tegen Abdulhai Almefalani. De speler met de hoogste rating (1945). Ik kwam eigenlijk geen moment in gevaar en na afruil van de zware stukken hadden we beide een zwartveldige loper en elk 6 pionnen. Ik bood op zet 23 remise aan maar dat werd geweigerd. Ik moest nog wel secuur blijven verdedigen (wat me niet altijd goed afgaat) maar na zet 49 was er voor beide spelers geen doorkomen meer aan en was remise een feit. De eer was in ieder geval gered. 3,5-0,5.

Er waren nog 2 partijen bezig. John en Boudewijn. Boudewijn speelde op bord 2 een heel degelijke partij waarbij ik de indruk had dat Boudewijn meer bezig was met verdedigen dan met aanvallen. Boudewijn sleepte er terecht een mooie remise uit en was daar tevreden over. De tussenstand werd daardoor 4-1 voor GC4

De laatste partij, en dan spreek ik van alle partijen ook die van de interne competitie, die nog gaande was was die van John tegen Edwin Schreuder. De opening van John leek wel wat op stratego. Al zijn stukken stonden op de zevende en achtste rij. Een duidelijk ruimteoverwicht voor de witte stukken van Edwin Schreuder. Echter John verdedigde zich prima maar ging helaas, in een op het oog gelijke stand, door de vlag. De eindstand werd daardoor 5-1 voor GC4 en daardoor zijn zij als eerste geëindigd bij de zestallen. Lewenborg eindigde als zesde met 5 wedstrijdpunten. Nu schijnt het zo te zijn dat er nog een 2de ronde bij de NOSBO staat ingepland. Dat betreft een kleine competitie van de nummers 5 en 6 van de zestallencompetitie. Naast Lewenborg 2 spelen daar Middelstum 1 en Oostermoer 1 in mee. De wedstrijd tegen Middelstum hebben we al eerder in de reguliere competitie gewonnen (met 4,5-1,5) en deze uitslag telt in de nog te spelen competitie gewoon mee. Lewenborg 2 speelt daarom nog tegen Oostermoer 1. Als daar meer over bekend is dan laat ik dat weten.

 

PS Flip, Arthur en John heel erg bedankt dat jullie wilden invallen.

 

Hieronder nog de uitslag en de eindstand:

 

 

SV Lewenborg 1 ‘snoeit’ Van der Linde met wortel en al – een zeldzame avond

Gisteravond 4 maart speelden we tegen het onderaan staande Van der Linde 1 uit Winschoten. Deze club, opgericht in 1874, is één van de oudste nog bestaande verenigingen van ons land. Toch wel bijzonder. Lewenborg is dus exact een eeuw jonger. 

In de eerste aankondiging repte ik van zaken als ‘niet onderschatten’ en dat de meeste spelers van SV Lewenborg toch echt nog wel iets aan de persoonlijke scores konden doen. Ik kan zeggen, dat het team zich nauwgezet aan de opdracht heeft gehouden. Vermoedelijk hebben we allemaal een zeldzame avond achter de rug. We wonnen namelijk ook allemaal. Dus met 8-0, in de schaakwereld ook wel een eierrekje genoemd. Misschien heb ik het zelf eens in de bekercompetitie meegemaakt met 4-0, ook eens iets met 9-1 tegen Ter Apel in de jaren zeventig, maar verder kan ik me een 100%-uitslag in positieve zin niet heugen. 

Door de overwinning lijken we op de 3e plaats te gaan eindigen met 5 MP en 21 bordpunten. HSP en Leek hebben echter in theorie nog een kansje om ons te passeren. 

Hieronder de uitslag met wat commentaar per bord:

Bord 1 Ramon Middeljans (1871, wit) – Fred Visschers (1575) 

Ramon kreeg in hoog tempo een goede stelling. Toen ik een kijkje nam, werd een loper aangevallen, had Ramon een open g-lijn, opmars en mogelijke penning van de f-pion en een zwarte koning, die niet veel dekking had. Kortom, het zag er allemaal prima uit. Even later stond er zelfs een witte pion op h7 en tegenstander Fred gooide toen maar de handdoek in de ring. 

Bord 8 Valentin Bajrami (1769, wit) – Douwe Woelinga (ratingloos) 

Bij Valentin zag ik een Spaanse opening met directe afruil van wit zijn loper op c6. Door de drukte in de zaal (16 partijen, want ook Lewenborg 3 speelde) kreeg ik van de rest van de partij niet zo veel mee. In elk geval wist Valentin ook al vrij snel zijn partij naar zijn hand te zetten. 

Bord 7 Marcel Pouw  (1819, zwart) – Jan Oord (1619) 

Ook Marcel won relatief snel. In het middenspel lukte zag ik een kluit van vier pionnen op de a-, b- en c-lijn, ondersteund door lopers op e7 en e6. Vermoedelijk wist hij de kluit als een stoomwals in beweging te kregen en naar de overkant te laten marcheren. Zeker weten doe ik het niet, maar feit is dat ook hier al vroeg de stukken in de doos gingen. 

Bord 4 Hiddo Zuiderweg (1947, wit) – Inno de Wey Peters (1711) 

Bij Hiddo kwam een Konings-Indische opening op het bord. Zwart leek het allemaal wat slapjes aan te pakken. Dat betekende wel, dat talloze goede zetten voor het oprapen lagen. Zoals een mogelijke koningsaanval of een doorbraak door het centrum. Hiddo kreeg geen last van keuzestress, koos voor een pionwinst en sleepte de vis daarna stapje voor stapje op het droge. 

Bord 1 Bruno Jelic (1996, zwart) – Bert van der Leest (2033) 

Bruno speelde tegen de sterkste man van Van der Linde. Het werd een Siciliaan, met een variantje die Bruno thuis had voorbereid. Kennelijk had hij succes. Opeens zag ik een loper van Bert op f7 staan, een Paard op c3 in de penning, een witte koning in een open centrum en toch oogde het voor wit allemaal heel dubieus. Voor de toeschouwers leek het echter ingewikkeld en spectaculair en dus een mooie partij. Bert zei naderhand ook, dat hij zijn speelstijl ‘naadloos aanpaste aan de rest van zijn team’.  Dat klopte dus ook helemaal. Geen moment kwam hij er aan te pas. Toen Bruno zijn koning in veiligheid had gebracht, was het technisch uit. Voor de vijfde maal mochten we de felicitaties in ontvangst nemen en de teamwinst was al binnen. 

Bord 3 Ton van Ingen (2010, zwart) – Jarek Krawczyk (1802) 

Ton koos weer voor zijn rustige openingsopzet met b6, na d4 en e4. De hele partij straalde rust uit. Ook hier zag ik een langzaam maar zekere verbetering van de stelling van Ton. Bij wit zag ik een dubbelpion op de c-lijn en een eenzame a-pion. Toen Ton eerst alle lichte stukken had geruild werd met torens en dame dit geheel vast gesnoerd en onder druk gezet. Er moest vroeg of laat wel een pionnetje of twee sneuvelen, dacht ik. Het late eindspel heb ik niet gezien, maar van Ton begreep ik dat het ongeveer zo is gegaan. De pionnetjes waren beslissend in zijn voordeel. 

Bord 2 Klaas Dijkhuizen (1919, wit) – Henk de Ridder (1772) 

In mijn partij een d4-d5 opening en later volgden ook c4-c5. Na een zwak zetje van mijn kant koos ik, onder opoffering van pion b2, voor totale activiteit van alle stukken. Om onbekende redenen had zwart ook al een zee van tijd gebruikt. Een kort moment heb ik zelfs even gedacht, dat Henk misschien zat te slapen. Dat bleek gelukkig niet zo te zijn. Zijn Toren op a8 en Lc8 bleven desondanks achter in ontwikkeling. Toen Henk ook nog met een tijdrovende opmars van h- en g-pion zijn koningsstelling opende kreeg ik meer aanknopingspunten. Een zwarte toren raakte verdwaald en de kluts kwijt en opeens stond ik een stuk voor. Henk gaf direct op. 

Bord 5 Jan Wiebe van Veen (1880, zwart) – Maxim Bodewits (ratingloos) 

Jan Wiebe is de topscorer geworden in deze voorronde met 3½ uit 4. Van zijn partij heb ik weinig meegekregen. Het laatste wat ik zag was een goed bezette d-lijn met torens. Of dit al voldoende was voor een winnende stelling weet ik niet. Feit is, dat ook hij won en daarmee, behalve topscorer van Lewenborg 1 in de voorronde, ook als enige geen verliespartij hoefde te noteren.  

Samenvattend: het is wel eens minder goed gegaan.

 

 

Lewenborg 2 - Middelstum 1

Dinsdag 11 februari mocht het tweede team van Lewenborg aantreden tegen het eerste team van Middelstum. Middelstum stond voorafgaand aan het duel bovenaan met 6 punten. Een dag later staat Middelstum nog steeds bovenaan in de zeer spannende competitie met nog steeds 6 punten. Hieruit valt af te leiden dat Lewenborg 2 heeft gewonnen van de koploper. En hoe… zonder een nederlaag werd Middelstum met 4,5 tegen 1,5 verslagen. En dan is het altijd mooi om een verslag te mogen schrijven. Immers een verslagje tikken na een nederlaag, en dan vooral ook nog na een eigen verlies, is natuurlijk minder leuk. Bij verlies is er natuurlijk altijd de verzachtende omstandigheid dat het ratingverschil weer erg groot was en het dus in de lijn der verwachting was dat het verlies eigenlijk onvermijdelijk was. Dit keer was de gemiddelde rating van Middelstum 1803 tegen dat van Lewenborg 1725.

Voor de ingang van het DOK was er nog een stevige vechtpartij tussen 2 mannen waarbij er het er hevig aan toe ging. Gelukkig waren er enkele medewerkers van de snackbar die de vechtersbazen uit elkaar haalden. De strijdlust buiten werd in de speellocatie voortgezet. Zij het op een heel wat vriendelijker manier en met andere mensen.

Terwijl ik dit verslag tik komt de sneeuw langzaam naar beneden gedwarreld met een schitterend plaatje van de besneeuwde tuin tot gevolg.

Terug naar de wedstrijd.

Valentin speelde op bord 1 tegen Rob Kamminga. De opening werd snel gespeeld en na een half uur waren de dames van het bord en stond Valentin al gewonnen. Rob had een stuk cadeau gedaan en dat werd door Valentin aangenomen. Gevolg was dat Valentin een gemakkelijke avond had en de stukken als eerste van de avond in de doos konden. In het middenspel aangekomen stonden we eigenlijk aan alle borden niet slecht. Het stond overal gelijkwaardig met voor mijn gevoel bij sommige partijen zelfs ietsje beter voor Lewenborg. Bert Koster was net zo vriendelijk als Rob Kamminga en gaf een stuk weg tegen Koen. Ook Koen accepteerde het stuk en ook daar konden de stukken in de doos. Douwe speelde een degelijke partij tegen Jos van Weperen en haalde een halfje binnen. René speelde als enige van Lewenborg tegen een tegenstander met een lagere rating. Hij kwam niet 1 keer in de problemen en speelde tegen Free Bekker een goede wedstrijd met uiteindelijk remise als gevolg. De stand werd daardoor 3-1 in het voordeel van Lewenborg. Boudewijn kwam in het eindspel veel beter te staan en zijn opponent Jan Mark Hof zei na afloop dat hij het spoor totaal bijster was. Jan Mark offerde, in een verloren stand, nog een stuk maar enkele zetten later maakte Boudewijn het mooi uit. De overwinning was binnen. Inmiddels was er nog 1 partij nog niet afgelopen. Dat was mijn partij tegen Frits Brandsma. Zijn medespelers van Middelstum waren inmiddels al vertrokken uit het DOK en hadden het zinkend schip verlaten. Zij hebben niet kunnen zien dat de partij van Frits, ondanks een voorsprong van 2 pionnen (op e7 en d6), in remise eindigde. De einduitslag werd daarmee 4,5 tegen 1,5.

Hieronder nog de persoonlijke resultaten en de stand op dit moment. Hoe spannend wil je het hebben. De laatste wedstrijd is op donderdag 13 maart tegen Groningen 4.

 

Verslag HSP/Veendam - Lewenborg 1

Gisteren togen we naar Hoogezand voor de vierde ronde tegen de combinatie ‘Het Springend Paard’/ Veendam. Voor zover ik weet, is ‘De Kern’ al sinds de jaren zeventig vorige eeuw de speellokatie. Toch zei de beheerster, dat de club tijdelijk even elders was gehuisvest. Daar had ik zelf echter geen actieve herinnering aan.

We waren niet op zijn sterkst. Bruno meldde zich af om griep en Hiddo vanwege schaakcursussen op de donderdagavond. Invallers waren Douwe en Boudewijn en eigenlijk ook een beetje Valentin, omdat van de gebroeders Bons sinds aanvang seizoen taal noch teken is vernomen. Het betekende, dat de gemiddelde rating van Lewenborg 1 (1845) zo’n kleine 40 punten lager was dan HSP/Veendam (1882). Theoretisch zou het een lastige avond worden. Het zaaltje was ruim, maar toch was het lastig (smal looppad) om een goede blik op alle borden te werpen. Niet alle partijen heb ik daardoor goed kunnen volgen. 

We beginnen met de uitslag. We wonnen met het kleinste verschil, dus 3,5 – 4,5. Toen er zeven partijen uit waren, stond het 3,5 – 3,5. Het betekende dus een spannend slotuurtje dat pas tegen 11.30u zijn definitieve gestalte en uitslag kreeg door winst aan bord 1.

 

De wedstrijd verliep ongeveer als volgt: 

  • Bord 5 - Marcel Pouw (wit) – Arjen Waijer ½-½: 

Hiervan zag ik eigenlijk alleen de slotstelling. Loper en een aantal pionnen aan beide kanten. Marcel’s stelling was ogenschijnlijk overheersend met kansen voor zijn pionnen, zwart stond gedrongen en moeizaam. Zelf dacht ik dat wit misschien middels een pionoffer een doorbraak kon forceren. Marcel zei, dat dit er volgens hem niet in zat. Ik ben benieuwd naar de analyse van Fritz of Stockfish. 

  • Bord 4 – Erwin Reintke – Ramon Middeljans (zwart) 0-1: 

Ramon haalde weer de Aljechin-verdediging van stal. Zijn paarden sprongen na de bekende pionnenjacht (e5, d4, c4) weer van links naar rechts. Toch kwam Ramon in langzame galop met zijn stukken in moeilijkheden. Opeens was de partij echter ten einde. Zijn tegenstander blunderde een toren weg, hoorde ik, en wit gaf gelijk op. Een welkome meevaller voor Lewenborg. 

  • Bord 7 – Valentin Bajrami – Kor Drent (zwart) 0-1:   

Halverwege de avond zag ik Valentin goed spelend een kansrijke aanvalsstelling op de koningsvleugel bereiken. Dubbelpion bij zwart, Valentin een open h-lijn en goed gepositioneerde stukken in het centrum. Hij zag echter geen beslissende winstmogelijkheid. Een half uur later zag ik, dat alle stukken opeens weg waren en Valentin een eindspel spelen met een pion achterstand. Dat ene pionnetje werd hem dus fataal. Tussenstand: 1½ - 1½. 

  • Bord 3 – Jan Wiebe van Veen (wit) – Bernard Bontjer 1-0: 

Ondanks dat Jan Wiebe naast me zat, heb ik maar weinig van de partij meegekregen. Gevoelsmatig leek de stelling wel onder controle en in evenwicht. Bij een tweede blik later op de avond zag ik een witte pion op d7. Of deze beslissend is geweest voor de uitslag kan ik niet zeggen. Feit is wel, dat Jan Wiebe even later de 1-0 winst kon noteren. Lewenborg staat op voorsprong. 

  • Bord 6 – Johan Scharft  – Douwe Pol (zwart) ½ - ½: 

Douwe bokste tegen een extra 250 ratingpunten op. Van de hele partij heb ik niets gezien, behalve Douwe zijn keurige en lange zetnotaties. Felicitaties en een groot compliment voor de uitslag Douwe. 

  • Bord 2 – Wiebe Wielenga   – Klaas Dijkhuizen (zwart) 1-0: 

Tsja, dan kom ik bij mijn eigen partij. Een soort Konings-Indisch, waarbij wit al op de derde zet h4 doet (naast pionzet c4, d4, e4 en f3). De laatste onderlinge won ik na ook vele pionzetten van Wiebe in de opening. Eén van mijn mooiste partijen zelfs. Zou de geschiedenis zich herhalen? Pionzetten kosten immers ontwikkelingszetten, zoals nu de hele K-vleugel. Geïnspireerd door een partij van Kasparov besloot ik al op zet 8 een paard op e4 te offeren. De compensatie: 2 pionnen, wit moest met de koning aan de wandel, wit was niet goed ontwikkeld en pionnetjes van wit die continu goed gedekt moesten blijven. Toch rinkelden de alarmbellen, want groot voordeel werd op dat moment nog niet berekend. Maar als je al een dik kwartier of langer er naar zit te kijken, dan moet je een beslissing nemen. Het alternatief was lang en moeizaam manoeuvreren in de kleine ruimte. Ook de kortere speelduur t.o.v. vroeger speelt een beetje negatieve rol in dit soort cruciale situaties. Je kunt niet al te lang rekenen en je moet min of meer geforceerd een beslissing nemen. 

Ik koos voor het offer. Al snel zag ik, dat het een foute beslissing was. De witte koning activeerde alsnog en redelijk probleemloos zijn stukken. Toen was het voor mij nog een beetje hopen op een derde pion of een vrijpion. Die kwam niet en tot overmaat van ramp moesten ook de dames nog worden geruild. Mijn enige kans om nog wat te rommelen ging daardoor de mist in.  Met ijzeren hand voerde Wiebe het vonnis aan ‘Klaasparov’ uit. 

  • Bord 8 – Arend Spijker (wit) – Boudewijn Hoogeboom ½-½: 

Ook Boudewijn had een duidelijke sterkere tegenstander tegenover zich op papier. Van zijn partij kreeg ik de slotfase mee. Toen stond hij zeker niet slechter en in de analyse rolde er zelfs een kansrijke en waarschijnlijk winnende voortzetting uit de bus. Dat was de analyse dus, want achter het bord vond Boudewijn de oplossing niet. Remise werd het, maar gezien het ratingverschil een mooie prestatie. 

  • Bord 1 – Olaf Cliteur (wit) – Ton van Ingen: 

Strategisch gezien de mooiste partij van de avond. Ik en vele anderen mochten de hele slotfase meemaken. Ton had op dat moment al een prima stelling op het bord. Breekmogelijkheden op e6, combinaties via e6, een zwarte koning in het vizier en meer tijd. Het werd een tijdelijk kwaliteitsoffer op e6. Via een schaakje op g5 kwam even later de investering met stukwinst retour. Technisch was het uit. Nog steeds was er een zwarte koning die op een moeilijke positie stond en pionnen op de damevleugel, die door wit veroverd konden worden. De klok tikte aan beide kanten echter ook genadeloos verder. Zou zwart daarvan kunnen profiteren? Ton bleef de rust zelve en deed continu de juiste zetten met paard en toren. Zwart was machteloos. Toen Ton’s a-pion tenslotte aan zijn opmars richting de overkant begon, wierp Olaf de handdoek in de ring. 

Deze winst was dus beslissend voor de einduitslag. Lewenborg mag terugkijken op een uitstekende teamprestatie tegen een iets sterkere tegenstander. Op 4 maart staat in deze 1e ronde de laatste wedstrijd op de agenda in ‘Het Dok’ tegen Van der Linde uit Winschoten.

Lewenborg-Staunton beker 1900

Op dinsdag 4 februari 2025 stond de bekerwedstrijd onder rating 1900 tegen Staunton op het programma. De opening werd verricht door onze voorzitter Hiddo die tevens door loting bepaalde welke club op het eerste en derde bord met wit ging spelen. Lewenborg had op de oneven borden wit. Wat betreft de ratings was de rating van Staunton met een gemiddelde van 1802 hoger dan dat van Lewenborg met een gemiddelde van 1726. Staunton trad aan met 2 jeugdspelers en daarom was de gemiddelde leeftijd van de Lewenborgers een stuk hoger dan die van Staunton. Zou het ervaringsvoordeel van Lewenborg opwegen tegen de achterstand in rating?

Opening

Op bord 1 bij Douwe tegen Piet Mulder was er in de opening sprake van een grote ruil waarbij ook de dames van het bord verdwenen. Ik had de indruk dat Douwe goed uit de opening was gekomen.  Boudewijn, bord 2, speelde met zwart tegen zijn leerling Pranav Prasobh. Boudewijn heeft Pranav de kneepjes van het schaken bijgebracht en daarom was het de vraag of de leerling de meester zou verslaan of dat de meester nog steeds de betere was.  Boudewijn, spelend met de zwarte stukken, had zijn koning op f8 gezet en de toren stond nog op h8 niks te doen. Daar stond tegenover dat de andere stukken op de vijandelijke koning waren gericht. Het was een zaak om de koning in veiligheid te brengen en de toren op h8 te ontwikkelen. Rudy dacht in zijn partij in de opening met een loperoffer op f7 een winnende aanval te krijgen. Hij had helaas maar 4 zetten vooruit gerekend en kwam er achter dat hij inderdaad na 4 zetten gewoon een stuk achter stond zonder noemenswaardige compensatie. Bij de strijd tussen Koen en Gert-Jan Ris stonden na de opening alle stukken en pionnen nog op het bord waarbij Koen iets meer ruimte had dan Gert-Jan.

Middenspel

Zelf dacht ik erover, omstreeks zet 14, om de partij op te geven. Maar ik speelde toch nog door omdat de avond nog lang was en je weet maar nooit….. En warempel kreeg ik nog tegenspel met diverse penningen op de zwarte koning. Maar Eli Alia verdedigde knap en uiteindelijk konden na 25 zetten de stukken toch in de doos en stond Lewenborg met 1-0 achter. Douwe stond ondertussen een pion voor in een niet al te ingewikkelde stelling. Wellicht kon Douwe de stand in evenwicht brengen. Koen en Gert-Jan hadden beide een sterk paard. Het paard van Koen stond heel mooi op d3 en die van Gert-Jan op d6. Op een gegeven moment stond, met uitzondering van d2 de hele d-lijn vol met zwarte en witte stukken. Het zag er wel grappig uit (ook in de ogen van Hiddo, die er een opmerking over maakte). Koen had een duidelijk tijdsvoordeel, hij had nog ruim 30 minuten op de klok tegenover 8 van de tegenstander. Boudewijn had ondertussen zijn koning op een veilige plek gezet en zijn 2 torens op de a en b-lijn geposteerd, dreigend kijkend naar de witte koning aan de overzijde.

Eindspel

Douwe speelde tot het einde een heel knappe partij. Douwe had een koning, een wit-veldige loper en 4 pionnen en Piet had een koning, zwart-veldige loper en 1 pion. Bij Douwe stond er nog 41 minuten op de klok tegenover 8 minuten bij Piet. Helaas voor Douwe werd de partij, ondanks 2 pionnen voorsprong remise doordat zijn loper het promotieveld h8 niet kon bereiken. Piet offerde zijn loper tegen een pion en de partij werd helaas remise. Jammer. i.p.v. dat de stand gelijkgetrokken werd stonden we met 1,5 tegen 0,5 achter.  Bij Koen tegen Gert-Jan kwam Gert-Jan steeds beter te staan. Zijn stukken werkten goed samen en Koen moest vol in de verdediging. De partij eindigde met een paardvork en stukverlies waarna Koen besloot op te geven. De stand was daardoor 2,5 tegen 0,5. Bleef de strijd tussen de meester en de leerling over. Pranah kreeg het initiatief en zijn beide vrijpionnen op de a en b-lijn brachten uiteindelijk de beslissing.

Ons ervaringsvoordeel kon dus niet op tegen het ratingverschil en Staunton bekert uiteindelijk terecht door naar de volgende ronde.

Volgende week nieuwe kansen in de competitiewedstrijd tegen het eerste team van Middelstum.